‘Zeventig procent goed, dertig procent slecht’, opperde een man in China spontaan, toen we zij aan zij bij een Mao-monument stonden. Het was mijn eerste keer in China en ik verbaasde mij erover dat hij dit zo onbekommerd tegen onbekende toeristen kon zeggen. Later begreep ik dat het een algemeen geaccepteerde uitspraak is, voor het eerst geuit door Deng Xiaoping. Maar die dertig slechte procenten van Mao, die zijn snel gevuld. Met de wandaden tijdens de Culturele Revolutie bijvoorbeeld. De rampzalige gevolgen van de Grote Sprong Voorwaarts worden grotendeels verzwegen. Toch schreef Yan Lianke er een roman over, in het Engels vertaald als The Four Books.

omslag van The Four Books van Yan LiankeDe gebeurtenissen tussen 1958 en 1961 in China zijn bijna niet voorstelbaar. Mao wilde in één sprong overstappen van een agrarische naar een industriële samenleving. Hoe desastreus dat idee van de Grote Sprong Voorwaarts was, mogen de Chinezen niet weten. Wij kunnen wél de feiten tot ons door laten dringen. De ambitie om de staalproductie te verdubbelen had rampzalige gevolgen, van massale bomenkap tot de verkeerde inzet van arbeidskrachten. Er werden radicale landbouwmethoden ingevoerd, die desastreus uitpakten. De oogsten werden niet hoger, maar lager. Ondertussen bleef China volop exporteren. Ondervoede mensen werden gedwongen door te werken, op de kleinste vergrijpen stonden kolossale straffen. Mao tilde niet zo zwaar aan een mensenleven meer of minder. En dan waren er ook nog eens een aantal zware winters. Door deze combinatie van grootscheeps wanbeleid, dictatoriale gekte en erbarmelijke omstandigheden zijn miljoenenmensen voortijdig gestorven, vooral aan honger, maar ook door geweld. Historicus Frank Dikötter had toegang tot tal van historische documenten en schat het aantal ‘onnodige doden’ op 45 miljoen mensen. De Grote Sprong Voorwaarts is daarmee een van de grootste massamoorden uit de wereldgeschiedenis.

Een kleine stap van onwetendheid naar geschiedvervalsing

Misschien weet je dit allemaal al – je neemt niet voor niets de tijd om dit stuk te lezen, waarschijnlijk heb je een bovengemiddelde belangstelling voor recente Chinese geschiedenis. Maar over het algemeen merk ik dat mensen heel weinig weten over deze episode. Is ook niet gek; zoveel wereldleed glijdt ongemerkt aan ons voorbij. Maar de schaal van de ramp is enorm, de gebeurtenissen zijn nog zo recent, en China is bovendien hard op weg om het machtigste land ter wereld te worden. Het zou goed zijn om in ieder geval íets te weten. Daarom was ik geschokt toen ik een nieuwsberichtje van het ANP in 2016 las, met daarin de passage:
‘Mao werkte jarenlang aan de verbetering van de precaire voedselsituatie. Honger was allang normaal voor veel van zijn onderdanen. Tegelijk moest het land een industriële (metaal)productie op poten zetten, want in dat opzicht was het enorm achtergebleven. Dat proces duurde tot in de jaren zestig.’
Mao werkte aan de verbetering van de voedselsituatie? Dat is geen gebrek aan kennis meer, dat is geschiedvervalsing. De Chinese pr-machine zal blij zijn dat in Nederland dit soort berichten het nieuws in worden geslingerd, maar het is natuurlijk verschrikkelijk.

15000 jin per mu

The Four Books speelt zich af in een gevangenkamp met voornamelijk intellectuelen – professors, schrijvers, technici. Hun levens worden beheerst door willekeur. ‘Goed gedrag’ kan sterren en bloemen opleveren, en een verzameling daarvan kan uiteindelijk tot vrijlating leiden. De inwoners blijven naamloos, ze worden aangeduid als The Musician, The Technician, The Scholar. Ze staan onder de hoede van iemand die wordt aangesproken als The Child. Ik wil er één moment uitlichten bij de invoering van het sterren-en-bloemen-systeem. The Child heeft aan zijn meerderen een graanproductie beloofd van 15000 jin per mu.

The Child shouted, “Are you firmly resolved to produce fifteen thousand jin per mu?”
The Child’s question echoed throughout the entire region, through the mountains and rivers.
The crowd stared at him in surprise.
“Are you, or are you not resolved to accomplish this?” the Child asked again in a loud voice.
A silence permeated the courtyard.
The Child shook his fist and shouted once more, “Are you resolved, or not?”
Everyone turned away from the Child, and instead looked at one another. It seemed as though they hadn’t understood what the Child had said, and were waiting for someone to explain it to them.
The sun’s warm yellow light shrouded their faces, each becoming startingly yellow, sparkling in the sunlight. Sparrows fled over the walls of the district’s courtyards. Everything was surprisingly quiet. The sky was extremely still, and the courtyard was as silent as a dark lake, capable of drowning someone. The Child couldn’t bear the silence any longer, so he jumped down from the stool and went into his room to retrieve the key to the cabinet. He took out that cardboard box and grabbed a handful of small red blossoms, then held one up and said,
“Tell me, are you resolved to produce fifteen thousand jin per mu?”
When no one answered, the Child held up another blossom. When still no one answered, he added two more. After the Child had eight blossoms in the air, he stopped and his face turned frosty. He shouted,
“I’ll give these eight blossoms to whoever answers first!”
One person suddenly stood up and said, “We can – we can definitely produce fifteen thousand jin!”

Als je dit fragment leest, hoef je niet precies te weten waar die Chinese meeteenheden jin en mu voor staan, om te begrijpen dat het verzoek uitzinnig is. Het is – ik heb het even nagezocht – meer dan het tienvoudige van wat zelfs nu, met de modernste landbouwtechnieken, een stuk land kan opbrengen. Het is volkomen uitzinnig – maar tegelijkertijd akelig realistisch. Een van de oorzaken van de hongersnood tijdens de Grote Sprong Voorwaarts was dat de oogstcijfers extreem optimistisch werden ingeschat. Overal werden mensen aangemoedigd om hoge productiecijfers te noemen, die niets met de realiteit te maken hadden. Het resultaat: op papier stonden volle graanschuren genoteerd, die in werkelijkheid nergens te bekennen waren. Als je alleen die feiten leest, is het verbijsterend: hoe hebben zoveel mensen hieraan mee kunnen doen? Als je Yan Lianke leest, krijg je zicht op het mechanisme erachter. De manipulatie, de intimidatie, de dwang. Hij maakt invoelbaar dat er geen ander alternatief is dan meedoen aan de waanzin. De stijl die Yan Lianke hanteert, werkt hier ook aan mee. Kijk in dit fragment maar eens hoe hij werkt met die stilte, die lichtval, het kind tegenover de massa. Deze verteltrant heeft een bijbelse gloed, geeft een gevoel van onontkomelijkheid. Eén zin wil ik er in het bijzonder uitlichten:

The Child’s question echoed throughout the entire region, through the mountains and rivers.

Hier is die bijbelse gloed goed zichtbaar, dat gedragen overstijgen van de werkelijkheid. Maar wat ik hier vooral zo interessant aan vind, is dat de vraag van het kind tot ver buiten het kamp reikt. De hele regio is deelgenoot. Een van de punten die Yan Lianke steeds probeert te maken is dat het niet alleen om dít kamp gaat. Dit is niet het verhaal van een kleine, geïsoleerde gemeenschap. Het is het verhaal van heel China. Dat het hele land onhaalbare productiecijfers voor de landbouw meldt, en later ook volslagen onrealistische doelen stelt voor staal smelten, is van groot belang. Het betekent namelijk dat ook de gevolgen zich uitspreiden over het hele land: de hongersnood, de bomenkap en de daarbij behorende ecologische problemen. Enkele van de kampgenoten proberen zich een beeld te vormen van de situatie:

They asked, “How large was the area affected by the flood, and how large is the area affected by the drought?”
The Child shook his head.
“All you need to know is how many provinces were smelting steel last winter.” The Child added, “The entire country was smelting steel. There wasn’t anyone who wasn’t smelting. It is said that there was even a steelsmelting furnace in Zhongnanhai.”

Een van de ongeschreven regels van de Chinese censuur is dat er meer speelruimte is om lokale kwesties aan te kaarten dan nationale. Yan Lianke heeft in een interview eens betreurd dat hij een van zijn romans ‘te lokaal’ heeft gemaakt, terwijl het ging om een natiebreed probleem. Kwestie van zelfcensuur. Dat doet hij in The Four Books anders. Hier koppelt hij de zoveel ellende veroorzakende staalproductie direct aan de zetel van de macht: Zhongnanhai.

Gekte met gekte te lijf gaan

Banner met kort overzicht van de Chinese schrijver Yan LiankeDe manier waarop Yan Lianke dit uitzinnige universum neerzet is intrigerend, namelijk bezien door de ogen van een schrijver die het doen en laten van zijn kampgenoten noteert voor de ‘higher-ups’. Hij laat zien hoe onmenselijk de steeds grotere hel is, en hoe onmogelijk het is om eraan te ontkomen. Het is een opeenstapeling van duister absurdisme. De bloemen en sterren spelen hier een belangrijke rol in. De voorwaarden om ze te ontvangen veranderen voortdurend, de verdeling verloopt grillig, de hoeveelheid benodigde bloemen en sterren wisselt – bijna niemand lukt het om vrij te komen. Op een gegeven moment verdwijnt de belofte van vrijkomen helemaal uit het zicht; dan zijn de sterren en bloemen alleen nog maar een middel om aan armzalige beetjes eten te komen. En steeds wordt er geschermd met orders en beloften van een higher-up achter een higher-up.

Een van de dingen die ik doorgaans probeer te bestrijden, is de gedachte dat je ‘bagage’ nodigt hebt om literatuur te kunnen lezen. Dat idee vind ik ontzettend jammer, want het verlamt mensen om eens iets nieuws te proberen. Over het algemeen zeg ik: begin gewoon, en kijk wat je van een roman vindt. Ook The Four Books van Yan Lianke kun je lezen zonder iets te weten over de Grote Sprong Voorwaarts. Wat je dan voorgeschoteld krijgt is een bizar boek over een groep mensen in bizarre omstandigheden. Een grillige exponent van de dystopische roman. Maar als je de feiten ernaast legt, ontdek je dat Yan Liankes absurdisme de werkelijkheid griezelig dicht benaderd. Hij gaat gekte te lijf met gekte. Daarmee probeert hij het onvoorstelbare vertelbaar te maken. En dat is denk ik het belang van The Four Books. Want hoe schrijf je over een tijd die zó verknipt was, dat er eigenlijk geen woorden voor zijn? Yan Lianke doet het. Is context nodig om The Four Books te kunnen lezen? Dat misschien niet. Maar het is wel nodig om het grote belang van dit boek in te kunnen zien.

70:30

Er is tot op zekere hoogte ruimte in China om kritisch te zijn over de Culturele Revolutie, dankzij de 70:30 ratio van Deng Xiaoping. Maar die ruimte voor openheid is beperkt. Voor de Grote Sprong Voorwaarts geldt dat nog veel sterker. Daarom is het zo belangrijk dat wij, buiten China, in ieder geval íets weten over wat er is gebeurd. Deze ramp moet in het collectieve geheugen van de mensheid blijven. In de hoop dat er ooit erkenning voor komt. En Yan Lianke heeft daaraan bij durven dragen.